Een jaar of tien geleden had ik plannen om een boek te schrijven over de oorlog in Irak. Het boek zou niet gaan over het Irak-conflict dat in 2003 begon, maar over de oorlog tussen Irak en Iran die zich afspeelde van 1980 tot 1988. De titel voor het boek had ik al in gedachten, ‘In Saddam’s loopgraven’ zou het gaan heten. Ik moest alleen nog een geschikte hoofdpersoon vinden.

Door Clifford Cremer, auteur van het boek Kill zone:

Een Irakees die de gruwelen van die oorlog van nabij had meegemaakt en die daar gedetailleerd over wilde vertellen. Het boek is er nooit gekomen, simpelweg omdat ik zo’n persoon niet kon vinden. De situatie in Irak bleef ik echter met interesse volgen. Na de Amerikaanse invasie in 2003 werd Irak weer wereldnieuws. Een van de meest bijzondere aspekten aan het nieuwe conflict was voor mij de inzet van particuliere beveiligingsbedrijven in het oorlogsgebied. De out-sourcing van met name beveiligingstaken door het Amerikaanse leger nam dan ook nooit eerder vertoonde proporties aan. Het schiep zelfs een heel nieuwe situatie: voor het eerst trokken bewapende burgers uit de hele wereld samen op met een bezettingsmacht. Dat diezelfde burgers daarbij enorme risico’s liepen, sprak vanzelf. Maar daar stond ook wel wat tegenover: high risk, high pay. Soms tot wel duizend dollar per dag.

Een bloedig incident in 2004 in de stad Fallujah maakte van de tot dan toe schimmige particuliere beveiligers in één klap wereldnieuws. Wie herinnert zich niet de aan een verkeersbrug opgehangen zwaar verminkte lijken van vier Amerikaanse Blackwater contractors, die in een hinderlaag waren gelopen? Het incident betekende het startschot voor een hausse aan berichten over het gesloten wereldje van de zogenaamde Private Security Companies. Blackwater USA werd daarbij het meest genoemd, simpelweg omdat dit het grootste en bekendste bedrijf was op dat gebied. Naast Blackwater USA opereerden echter nog tientallen andere bedrijven in Irak, waarover je zelden wat hoorde.

Als freelance journalist schreef ik destijds een artikel over de hinderlaag in Fallujah en ik vroeg me daarbij af of er misschien ook Nederlanders actief waren als particulier beveiliger in Irak. Ik raadpleegde mijn netwerk van voormalige huurlingen. Niemand kende daadwerkelijk een Nederlander die actief was geweest in Irak of Afghanistan, of zelfs maar iemand die van plan was daar naar toe te gaan als ‘contractor’. Er waren zoals altijd de nodige wanna-be’s, maar aan keiharde informatie kwam ik niet.

Eind september vorig jaar kwam er dan opeens een email binnen. Het was een vrij kort berichtje, vol spelfouten. Twee zinnen bevatte het. ‘Ik heb het nodige meegemaakt’ en ‘Ik wil een boek schrijven’. Succes ermee, wilde ik terugmailen, tot ik me plots bedacht. Achter juist zo’n weinigzeggend emailtje kan weleens een heel boeiend verhaal schuilgaan. Ik nodigde de schrijver uit voor een vrijblijvend gesprek.

Een week of twee later zat ik met Tom Dekker (35) op een Amsterdams terras en vertelde de oud-marinier me over zijn werk als particulier beveiliger in Irak als Afghanistan. Tom bleek tijdens de meest heftige jaren van het Irak-conflict (van 2004 tot 2009) daar geopereerd te hebben, waarbij hij werkzaam was voor diverse Engelse beveiligingsbedrijven. Hij had er vrachtkonvooien begeleid en zakenmensen, diplomaten en journalisten beveiligd in een periode waarin op elk hoofd van een westerse contractor een prijs stond.

Tom had dan ook inderdaad het nodige meegemaakt tijdens zijn tijd in Irak: van ontelbare bermbommen tot ontvoeringen en hinderlagen. Hij had zoveel meegemaakt dat het in zijn ogen wel een ‘Andy McNab-achtig boek’ waard was. Maar aangezien hij zelf niet kon schrijven, en hij een groot fan bleek te zijn van mijn eerste boek Bomberjack, vroeg hij me of ik geen trek had om dat voor hem te doen. Ik hoefde daarover niet lang na te denken. Zijn verhaal was voor mij zelfs een geschenk uit de hemel. Wat me niet was gelukt met ‘In Saddam’s loopgraven’, ging me nu wel lukken met ‘Kill Zone’. En het kwam me nog gewoon aanwaaien ook...

Kill zone

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.